In klaslokalen worden nieuwe zonneweringen geplaatst, mogen de voedingskabels dan nog in xvbkabel geplaatst worden?
Antwoord van bedrijf dat niet langer actief is
Belangrijkste wijzigingen aan artikel 104, de bepalingen i.v.m. de voorzorgsmaatregelen tegen brand
Het nieuwe artikel 104 wordt iets anders gestructureerd
en legt een reeks nieuwe verplichtingen op aan elektrische installaties
met betrekking tot de te nemen preventieve maatregelen tegen brand. Het
introduceert een aantal nieuwe begrippen zoals compartimentering en
vitale stroombanen. Het legt ook een risicobeoordeling op voor de
bepaling van die vitale stroombanen.
1. Indeling van de elektrische leidingen
De indeling van de elektrische leidingen volgens hun brandgedrag gebeurt voortaan op basis van de kenmerken uit de norm NBN C30-004. Dit wil zeggen dat het AREI nu expliciet – in tegenstelling tot vroeger - de volgende kenmerken opneemt:
- “F”, dit is de primaire brandreactie – brandverspreiding
- “S”, dit is de secundaire brandreactie – rookuitstoot (rookdichtheid en corrosiviteit / aciditeit), ook bekend als ‘halogeenvrij’
- “FR”, dit is de brandweerstand - functiebehoud
2. Keuze en installatie van elektrisch materieel
Uit de nieuwe indeling van de elektrische leidingen, volgen
logischerwijs ook nauwkeurigere bepalingen voor de keuze en de
installatie van elektrisch materieel. Daar waar de oude bepalingen zich
beperkten tot "een mantel van vlamvertragend materiaal" en
"niet-brandverspreidende kabels", eist het nieuwe artikel 104 nu
expliciet elektrische leidingen met het kenmerk F1 of F2.
3. Vitale stroombanen
Artikel 2 van het KB bepaalt duidelijk wat voortaan onder “vitale installaties” en “vitale stroombanen” moet worden verstaan.
Het oude artikel 104 bleef op het punt van de vuurbestendigheid op de
vlakte en beperkte zich tot een verwijzing naar andere wetgeving
(Basisnormen, Ziekenhuiswet…).
Het nieuwe artikel 104 definieert vitale stroombanen en geeft er een niet-limitatieve opsomming van. Belangrijk hierbij is dat een risicobeoordeling verplicht
wordt en dat hieruit kan blijken dat de stroombanen van andere
installaties eveneens als vitaal moeten worden beschouwd.
Het artikel 104 legt bovendien op dat de vitale stroombanen bij brand
gedurende ten minste 1 uur operationeel moeten blijven, waarbij de
leidingen van het type FR2 (getest volgens NBN 713-020 Add. 3) horen te
zijn.
Niet alleen de leidingen, maar de hele installatie moet zodanig
ontworpen zijn dat zijn functie gewaarborgd blijft gedurende ten minste 1
uur. Hierbij moet rekening worden gehouden met de weerstand van de
geleiders en de verzwakking van transmissiesignalen door de mogelijke
temperatuursverhoging in het compartiment waarin zich het langste
kabelgedeelte bevindt.
Merk op dat wetgever hier dus wel verwijst naar compartimentering en de impact van de spanningsval ten
gevolge van temperatuurverhogingen, maar dat hij geen regels bepaalt
met betrekking tot de wijze waarop dit verrekend moet worden.
4. Corrosieve gassen bij brand
Nieuw in het AREI is dat enkel kabels met de kenmerken
SA en SD (anders gezegd: halogeenvrije kabels) mogen worden
geïnstalleerd in lokalen gekenmerkt door de uitwendige invloedsfactoren
BD2, BD3 en BD4 (volgens de ongewijzigde definities in artikel
101 van het AREI). Worden hieronder verstaan: gebouwen hoger dan of
gelijk aan 25 m, schouwspelzalen, sportzalen, dancings, scholen,
ziekenhuizen, rusthuizen, …
Samenvattende tabel
Classificatie van de gebouwen volgens
Art. 101 van het AREI
Eigenschappen van de elektrische leidingen volgens Art. 104.01.a) van het AREI (NBN C30-004)
Opmerkingen
BE1, CA1
F1 – niet vlamverspreidend en zelfdovend
Enkelvoudig gelegde geleiders en kabels
BE1, CA1
F2 – niet vlamverspreidende en zelfdovende kabelbundel
In bundels gelegde geleiders en kabels
BE2, BE3, CA2, CB2
F2 - niet vlamverspreidende en zelfdovende kabelbundel
Geldig voor alle wijzen van installatie
BD2, BD3, BD4
SA – niet corrosieve verbrandingsgassen
SD – doorschijnende rook
Deze halogeenvrije kabels zijn ook F2 en F1
Vitale stroombanen
FR2 - Rf 1h minimum.
Deze kabels zijn ook SA, SD, F2 en F1.
Extra informatie
Cablebel vzw,
het platform van de Belgische kabelfabrikanten, volgt de evolutie van
de nationale en internationale wetgeving met betrekking tot kabels
nauwlettend op en verstrekt graag gedetailleerde informatie aan elke
belanghebbende partij.